De Mythen Waarnaar Wij Leven

[1]

Franz von Stuck, Sisyphus

4,024 words

Vertaald door Otharus; English original: here [2]

Noot van de redacteur:

Wat volgt is de tekst van een toespraak die dhr. Costello hield voor een kleine groep not-fully-red-pilled nieuwelingen. – Greg Johnson

Men vroeg mij aandacht te besteden aan de vraag, “wat is de leidende mythe van de moderne tijd?” Om deze vraag te beantwoorden, moeten we onderscheid maken tussen twee betekenissen van het woord “mythe”. De eerste betekenis is “door velen geloofde onwaarheid”, zoals wanneer we zeggen: “het is een mythe dat men van vet eten vet wordt.” De tweede betekenis is interessanter. “Mythe” kan ook staan voor een verhaal, tenminste deels fictief, waaraan een volk levensbetekenis ontleent: naar aanleiding waarvan het zichzelf begrijpt, zich oriënteert in de wereld, en zijn waarden definieert.

Hier zijn dan mijn antwoorden op de vraag. Indien de eerste betekenis van mythe wordt bedoeld, de door velen geloofde onwaarheid, dan is de leidende mythe van onze tijd de mythe der menselijke gelijkheid. Als de tweede betekenis wordt bedoeld, dan is mijn antwoord de mythe van de Tweede Wereldoorlog. Ik benadruk de verschillende betekenissen: vanzelfsprekend beweer ik niet dat WO2 niet plaatsvond. Natuurlijk wel, maar – zoals ik zal beargumenteren – wat we denken te weten over deze oorlog bevat aanzienlijke fictieve elementen, en de sage van deze oorlog definieert ons en onze beschaving.

Dit is een korte toespraak en ik hoef gelukkig niet te kiezen over welke mythe ik het wil hebben, aangezien deze twee nauw – zo niet onlosmakelijk – met elkaar zijn verbonden. De mythe van de  Tweede Wereldoorlog dient ter ondersteuning en bekrachtiging van de mythe der menselijke gelijkheid – en de mythe der menselijke gelijkheid biedt het morele fundament waarop de mythe van WO2 is geconstrueerd. Maar laten we ze eerst los van elkaar beschouwen en vervolgens nagaan hoe ze met elkaar en ook met onszelf verstrikt zijn, dermate, dat ze vandaag de dag ons volk en onze cultuur in een dodelijke wurggreep houden.

Met “menselijke gelijkheid” bedoel ik niet de stelling dat mensen onder bepaalde omstandigheden gelijk behandeld dienen te worden (b.v. in de rechtspraak), maar dat ze werkelijk gelijk zijn. Dit is de claim “iedereen is gelijk geschapen”, die geïnterpreteerd wordt alsof iedereen in principe een onbeschreven blad is, met hetzelfde potentiaal. Normaal gesproken denken we niet zo als het om individuen gaat: op de meest fanatieke egalitairen na, zal iedereen gewoonlijk toegeven dat sommige individuen geboren worden met een hoger potentiaal dan anderen. Met andere woorden, natuurlijke ongelijkheden bestaan tussen individuen.

Wat echter verboden is in onze samenleving, is om te stellen dat, gemiddeld, zekere groepen een hoger potentiaal zouden kunnen hebben dan andere. We hebben het hier over raciale, etnische, of nationale groepen, maar ook over de geslachten. Er is geen enkele logische reden voor dit verbod. Groepen bestaan uit individuen. Indien er ongelijkheden bestaan tussen individuen, dan ligt het voor de hand dat leden van zekere groepen mogelijk een zeker potentiaal delen. Vervolgens ligt het voor de hand dat een zekere groep mogelijk een hoger gemiddeld potentiaal heeft voor X dan een andere groep. Maar het is ons streng verboden iets dergelijks te suggereren. Zo groot is de macht van de mythe der menselijke gelijkheid.

Het is ons streng verboden over dergelijke zaken te discussiëren, hoewel er een overvloed aan wetenschappelijk bewijs is ter ondersteuning van de stelling dat groepen mensen niet gelijk zijn wat betreft gemiddeld potentiaal (de beruchte statistieken over ras en IQ zijn slechts één voorbeeld). Het is erg genoeg dat we de wetenschap moeten negeren of loochenen onder dwang van de gelijkheidsmythe. Wat echter nog veel erger is, is dat we het bewijs van onze waarneming moeten ontkennen, en niet mogen generaliseren vanuit onze dagelijkse ervaringen van menselijke verschillen. Zoals ik beschreef in een ander [3]opstel [3], kan iemand die slechts een paar blokken met open ogen wandelt door een willekeurige Amerikaanse stad, genoeg bewijs zien om het grootste deel van het links-liberale, egalitaire wereldbeeld te weerleggen. Maar de dominante, egalitaire ideologie dwingt ons een dubbele standaard te hanteren: het is geen probleem om ‘s nachts te vermijden om door een zwarte wijk te lopen, zolang je nooit bewust aan jezelf of iemand anders toegeeft waarom je een andere route koos, en zolang je de volgende morgen weer de toegestane platitudes uitspreekt over hoe fout het is om te generaliseren.

Mensen die vijftig of zestig jaar geleden de gelijkheidsmythe geloofden, kunnen worden vergeven – vooral als zij leefden in een klein, afgelegen, zuiver-blank stadje dat zij nooit verlieten noch het nieuws keken. Maar de bewijzen tegen de mythe hebben zich de laatste decennia torenhoog opgestapeld. Bovendien heeft iedereen – letterlijk iedereen – dit opgemerkt. En dit is werkelijk de sleutel om de stapelgekke tirades van Links te kunnen begrijpen. Ze weten dat hun idealen hebben gefaald, en dat hun ideologie oorlog voert met de feiten. Ze kunnen de mythe echter niet opgeven. Met de huidige stand van zaken heeft vrijwel iedereen, min of meer bewust, ingezien of aangevoeld dat de mythe een leugen is. En links-liberalisme – dat als kern juist deze egalitaire mythe heeft – is in wezen uitgegroeid tot een religie. Niet een gezellige religie zoals het Boeddhisme, dat haar aanhangers een ruime geloofsvrijheid toestaat, maar een akelige religie zoals Islam, dat genadeloos een orthodoxie oplegt, afvalligheid verbied, en ongelovigen vervolgt en vernietigt.

Mijn vader is een goed voorbeeld van iemand die een dubbele standaard hanteert. Toen ik jonger was en naïever, wilde ik hem deelgenoot te maken van mijn ketterse ideeën. Het was geen goed plan. Waarom moest ik het zo nodig proberen? Welnu, dat kwam deels omdat ik mijn vader altijd zag als intelligent en doortastend. Daarnaast was het mij duidelijk dat hij de de zaken zag zoals ze zijn, door sommige dingen te zeggen en doen, waaronder het maken van terloopse opmerkingen zoals “ik ben geen racist, maar…”. Ik vergiste me echter door zowel zijn vermogen tot consistentie als zijn zelfbewustzijn te overschatten. Zijn instincten waren weliswaar veelal gelijk aan de mijne, maar ze konden niet onder zijn bewuste aandacht komen, zonder dat hij het gevoel kreeg te zondigen.

Onze interacties maakten duidelijk dat mijn ideeën hem zwaar verontrustten, zelfs al antwoordde hij soms weinig. De enige keren die ik me herinner dat hij werkelijk geschokt was – één maal stond hij op en stormde de kamer uit – waren toen we het hadden over mijn denkbeelden over de Tweede Wereldoorlog. Wat hem specifiek trof was toen ik beweerde dat het verhaal dat “Hitler de wereld wilde veroveren” volslagen absurd is. Ik legde mijn vader uit dat het Hitler’s doel was om Duitsland te herenigen, door gebieden terug te winnen die verloren waren onder het Verdrag van Versailles, dat tegenwoordig vrijwel universeel als onrechtvaardig wordt beschouwd. Ik vertelde over het lot van de etnische Duitsers in Dantzig. Ik zei hem dat Hitler geen oorlog wilde met Engeland, en herhaaldelijk pogingen deed om de vrede te herstellen. Ik gaf hem in feite alle argumenten van Pat Buchanan (Churchill, Hitler, and [4] [4]The Unnecessary Wa [4]r” [4]).

De reactie van mijn vader was meer dan skepsis, het was geschokt ongeloof dat snel veranderde in verontwaardiging en razernij. Het was duidelijk dat ik een zenuw had geraakt. Ik kan me niet voorstellen dat hij op dezelfde manier had gereageerd wanneer ik bijvoorbeeld had gesuggereerd dat er veel populaire misvattingen bestaan over de Russisch-Japanse Oorlog. Het heeft ook niet alleen te maken met het feit dat mijn vader in 1934 is geboren en is opgevoed met een aanhoudende dosis Amerikaanse oorlogspropaganda, vanaf de tijd dat hij ongeveer zeven jaar oud was. Nee, mijn vader gedroeg zich als een vroom, religieus man wiens zoon zojuist had gezegd dat God niet bestaat, of dat het Bijbelse scheppingsverhaal niet waar kan zijn, of dat maagden geen moeder worden. De waarheid is, dat WO2 de funderingsmythe is van de wereld waarin we sinds 1945 leven. Het is onze equivalent van de Ilias – van de gemythologiseerde Trojaanse Oorlog. Deze legende vormde elk aspect van de Griekse cultuur en gaf betekenis aan het dagelijks leven van de Grieken op alle sociale standen. Het is de centrale sage van het Griekse heidendom, voorzien van goden en semi-goddelijke helden en bovenmenselijke daden. WO2 is de centrale sage van de moderne religie van het egalitarisme. Het is voor Amerikanen de mythe van de “Goede Oorlog”, gevoerd om de slechte mensen die tegen gelijkheid waren te verslaan.

Volgens de mythe wilde een Grote Satan genaamd Hitler – die zowel waanzinnig als boosaardig was (hoe dat ook mogelijk is) – een “meester-ras” creëren door selectieve voortplanting en het vernietigen van minderwaardigen. Teneinde zijn droom te realiseren van een wereld, uitsluitend bevolkt door blonde en blauwogige mensen (wat overigens niet is hoe de nazi’s “Ariërs” definieerden), wilde hij met inzet van de Duitse legermacht de gehele wereld veroveren. Op deze wijze zou de blonde Supermens heersen en alle andere rassen kunnen uitroeien. (Waarom de Japanners bereidwillige bondgenoten waren van Satan-Hitler blijft een mysterie…)

Het maakt hierbij niet uit dat we weten dat in 1939 Duitsland niet voorbereid was op een oorlog in de orde van grootte zoals door de mythe wordt gepostuleerd, en dat het niet de middelen had (inclusief natuurlijke grondstoffen) om zo’n plan uit te voeren. Dit is namelijk het bewijs dat Satan-Hitler volslagen GEK was, en dat hij miljoenen intelligente Duitsers hypnotiseerde waardoor ze deze praktische problemen over het hoofd zagen. Zo groot was zijn satanische macht om de menselijke geest te benevelen.

Waarom liet Satan-Hitler de Olympische Spelen van 1936 in Duitsland plaatsvinden? Een voor de hand liggend antwoord zou kunnen zijn dat hij wilde opscheppen met zijn nieuwe Duitsland, om good will te stimuleren, om meer geaccepteerd te worden door de gemeenschap van naties, en om toerisme te bevorderen. Maar natuurlijk niet! Het enige doel was om het Meester-Ras te etaleren: Satan-Hitler’s kunstmatige leger van Supermensen die op ieder onderdeel zouden zegevieren. Hij wilde ons allemaal bang maken en ons laten inzien dat het ons lot was om overheerst te worden door grote, blonde, gespierde, bier-zuipende Germanen. Dit is waarom hij opstond en zijn plaats verliet toen Jesse Owens goud won (een volkomen verzinsel dat al vele malen is ontkracht, maar dit schijnt een hardnekkig onderdeel te zijn van de mythe).

Teneinde de gigantische, monsterlijke, kolossale supermacht dat het boosaardige Duitsland was te stoppen, vormden drie moedige kleine rebellen een team om te vechten, met weinig kans van slagen: het Britse Imperium, de Sovjet Unie, en het Amerikaanse Imperium (die samen ongeveer 85% van de wereld beheersten). Toen ik mijn vader voorstelde dat deze voorstelling van zaken op zich de mythe al absurd maakt, verplaatste hij zich slechts oncomfortabel. Maar serieus: is deze mythe niet belachelijk?

Eén van de vreemde, religie-achtige aspecten van de hele WO2-mythe is dat wie een deel ervan in twijfel trekt, onmiddellijk wordt verdacht te sympathiseren met Satan-Hitler. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van een uitvoerige, barokke mythologie over de daden van Hitler en de nazi’s. Geen redelijk persoon zou ontkennen dat de nazi’s verantwoordelijk waren voor een groot aantal misdaden. (Terwijl op een of andere manier de meeste Westerlingen nog steeds geen flauw idee hebben van het feit dat er veel meer mensen zijn omgebracht door Stalin, en nog veel meer door Mao Tse Tung, de grootste massamoordenaar uit de geschiedenis. Maar dit waren linkse mannen – egalitairen – dus men knijpt een oogje dicht.) Het probleem is dat alle claims over nazi-misdaden, hoe fantastisch ook, onmiddellijk geaccepteerd worden door goedgelovige, door de mythe bedorven westerlingen. Elke skepsis zal bovendien leiden tot fronsen en verdenkende blikken.

Hollywood is, zoals je misschien hebt opgemerkt, een rijke bron van de wildste nazi gruweldaad-fantasieën. Mijn favoriete voorbeeld is The Night Porter [5], waarin (in een flash back scene) SS-officieren (overigens in foute uniformen) een groep Joodse kinderen in een carrousel zetten om hun schietvaardigheid te oefenen! Als je nu een ‘normaal’ mens vertelt dat je dit enigszins  ongeloofwaardig vindt, zal de reactie er wederom een zijn van verbaasd ongeloof, met een antwoord zoals “Maar dat soort dingen gebeurden, hoor!” De basis bij de meesten voor een dergelijke claim is echter – je raadt het al – andere Hollywood films. De recente wat-als-de-nazi’s-hadden-gewonnen-en-de-wereld-hadden-veroverd TV-series The Man in the High Castle [6] is zodanig gevuld met absurde mythes over de nazi’s dat het belachelijk wordt (“Het is dinsdag. Op dinsdag verbranden we kreupelen.”) Probeer eens dit standpunt duidelijk te maken aan ‘normale’ personen en kijk hoe ze reageren. Bij nader inzien, probeer het maar niet. Het gaat hier namelijk niet om geschiedenis, maar om de centrale mythe van een religie. Wie eraan twijfelt is een ketter die zich verbindt met Het Kwaad.

In feite, waarde lezer, zijn we nu uitgekomen bij de moraal van de mythe. Het zijn die menselijke doelen op de carrousel die je laten zien wat er gebeurt, wanneer mensen ophouden te geloven dat iedereen gelijk is. Namelijk, zij en alle andere miljoenen dood als gevolg van de oorlog. Eigenlijk zou ik kunnen zeggen dat de moraal is: “dit is wat er gebeurt wanneer blanken ophouden te geloven dat iedereen gelijk is.” Het waren weliswaar blanken – de Amerikanen (vooral blanke Amerikanen), de Britten en de Russen – die de Grote Satan versloegen. De les is echter dat er een kleine Hitler verborgen is in allen van ons, blanken, en wanneer we beginnen met het maken van onderscheid tussen mensen, dan worden we weer GEK en beginnen we “De Ander” naar kampen af te voeren.

Dit is de zweep die vandaag de dag constant wordt gebruikt – letterlijk constant – om iedere suggestie neer te slaan dat er, bijvoorbeeld, raciale verschillen bestaan die niet geheel positief uitvallen voor alle betrokkenen. Hij wordt gebruikt om elke vorm van nationalisme neer te slaan in landen die nu nog voornamelijk door blanken worden bewoond. Hij wordt gebruikt om elke claim neer te slaan van deze blanken, dat hun landen hun toekomen, in plaats van enig ander volk. Het wordt gebruikt om elke uitdrukking van trots bij blanken neer te slaan – terwijl dergelijke gevoelens bij mensen van andere rassen zijn toegestaan. Want anders zijn we immers “nazi’s”, dan staan we op één lijn met de Grote Satan, met de duistere krachten. En hebben we niet een epische oorlog uitgevochten om aan dat alles een einde te maken? Is het niet het huidige jaar? Het resultaat is, dat de enige vorm van “blanke identiteit” die toegestaan kan worden, schuldgevoel is over het blank zijn, vooral schuldgevoel dat we behoren tot het ras dat een duivels Oostenrijks kind voortbracht en bijna de hele aardbol volbouwde met vernietigingsfabrieken.

Toegegeven, de hoofdrolspelers en gebeurtenissen van WO2 lenen zich om te worden gemythologiseerd en geromantiseerd. Zelfs als we kijken naar de geschiedenis van de oorlog, en wat ertoe geleid heeft, nuchter en met respect voor de feiten, is het duidelijk dat het een verhaal is vol met uitzonderlijke karakters, talloze voorbeelden van waarachtig heldendom (aan beide zijden), waaghalzerij, bloedstollende ontsnappingen, epische veldslagen en tragedie (in de Griekse zin: zie D [7]er Unte [7]r [7]gang [7]). Zelfs wanneer we slechts vasthouden aan de feiten kan de oorlog “mythisch” worden genoemd. Hetzelfde kan waarschijnlijk worden gezegd over de naakte feiten van de Trojaanse Oorlog. Het probleem is dat we niet meer weten wat deze waren. Wat we weten komt van de Ilias, waarin een aftreksel van feiten verweven is met veel legende en mythologisering. De meest vanzelfsprekende voorbeelden zijn de diverse interventies van de goden in de oorlogshandelingen, en de claims met betrekking tot de afstamming en levensloop van figuren als Achilles. (De Odyssee is natuurlijk vrijwel helemaal mythe.)

Hetzelfde is nu gebeurd met WO2, en is diepgeworteld niet alleen in de populaire voorstelling, maar zelfs in het werk van academische geschiedkundigen, die het niet zouden wagen om onderdelen van de mythe op de proef te stellen (zelfs als ze dat overwogen – wat in de meeste gevallen onwaarschijnlijk is) uit angst om als ongelovige te worden beschouwd. Historici wordt dus niet alleen verboden de algemeen geaccepteerde delen van de mythe in twijfel te trekken, ze zijn tevens verplicht om het onderwerp te benaderen zonder objectiviteit. In het geval van elke andere historische gebeurtenis wordt objectiviteit van historici verlangd. In het geval van WO2 wordt een moreel oordeel van ze verwacht en wel herhaaldelijk en zonder terughoudendheid. In vrijwel elk boek over dit onderwerp zal de auteur de lezer eraan herinneren dat Satan-Hitler en zijn demonische aanhangers kwaadaardig waren, en wel erger dan enig ander kwaad dat ooit heeft bestaan. De auteur geeft daarmee aan zijn lezers en collega’s een signaal af dat hij een vroom gelovige is in de mythe. (Met tevredenheid stel ik vast dat in de laatste jaren enkele historici – zoals Frederic Spotts [8] en R.H.S. Stolfi [9] hebben gepleit voor een nieuwe objectiviteit in discussies over Hitler en het Derde Rijk.)

Hetzelfde patroon is te zien in TV-documentaires over WO2: de verteller zal niet nalaten ons eraan te herinneren dat dit alles gaat over het Goede tegen het Satanische Kwaad. Eén van de interessantere aspecten van dit sociologische fenomeen is trouwens, dat het alleen dan toegestaan wordt om harde morele oordelen uit te spreken, wanneer het gaat om de mythe van WO2 en de nazi’s. In elke andere samenhang zouden we worden beticht van “zwart-wit denken” (of crypto-nazisme), wanneer we zouden spreken van “goed tegen kwaad”. Als we stellen dat iemand “boosaardig” is, wordt ons gezegd dat alles relatief is, en dat het niet aan ons is om iemand te veroordelen. In het geval van Satan-Hitler en iedereen die vandaag de dag met hem gelijk gesteld wordt en een “nazi” wordt genoemd, is er letterlijk geen veroordeling te absoluut of te buitensporig (men mag zelfs oproepen tot het fysiek aanvallen of doden van “nazi’s”, hetgeen we onlangs vaak hebben gemerkt). Je vrienden laten weten dat je een hekel hebt aan nazi’s [10] is een van de goedkoopste en minst riskante vormen van virtue signaling (het laten zien dat je moreel deugt): en als een andere vriend je voor is, dan kun je beter direct instemmen, want anders kan je zwijgen worden opgevat als bewijs van stiekeme afvalligheid.

Men zou natuurlijk kunnen zeggen dat de mythe van de Trojaanse Oorlog niet analoog is aan die van WO2, omdat er in de laatste geen goden of bovennatuurlijke krachten voorkomen. Daar ben ik echter niet zo zeker van. Ik heb al herhaaldelijk gewezen op het feit dat Hitler niet echt als mens wordt gezien: zijn kwaadaardigheid is zo grenzeloos dat hij werkelijk, in de populaire voorstelling, bijna als een duivels figuur wordt gezien. Er zijn door de jaren herhaalde pogingen gedaan in films om Hitler meer realistisch weer te geven (Der Untergang als meest recente en meest succesvolle voorbeeld). Dan volgt altijd de kritiek dat we Hitler niet te menselijk kunnen maken, m.a.w. hij mag niet als mens worden voorgesteld. Wie suggereert dat Hitler menselijk zou kunnen zijn geweest en misschien zelfs . . . slik . . . sympathiek op een persoonlijk niveau (zoals velen die hem van dichtbij hebben gekend verklaard hebben, zelfs zij die hem later afvielen) kan rekenen op onbegrip en verdenkingen.

Niet te negeren is de industrie rondom het “nazi occultisme”, waaronder vele boeken en documentaires, die ook fictie heeft geïnspireerd (b.v. Raiders of the Lost Ark). Dat de nazi’s banden hadden met het occultisme is een populair onderwerp, waarover (hoe kan het anders) vele mythen bestaan. Wat echt verrassend is (al zou het dat niet moeten zijn), is dat sommigen hierin nog verder gaan en schijnen te geloven dat de nazi’s werkelijk sinistere, bovennatuurlijke krachten hadden. Een voorbeeld dat vaak voorbijkomt en grenst aan het bovennatuurlijke is Hitler’s “hypnotiserende macht,” waarnaar ik al heb verwezen. Ook moet vermeld worden het feit dat sommige verhalen over nazi-gruweldaden een soort macabere, fantastische kwaliteit hebben, die doet denken aan de gebroeders Grimm en het Oude Testament (b.v. Dr. Mengele’s muur van menselijke ogen, baby’s die levend in brandende ovens worden gegooid, enz.).

Samengevat, het gaat hier om de centrale mythe van een absolutistische, dogmatische religie die een constante geloofsbelijdenis voorschrijft. Ik hoef nauwelijks te wijzen op de geweldige ironie in het modieuze “atheïsme” van (o.a.) links-liberalen, en hun claims dat religie in het Westen aan het “uitsterven” is: al deze idioten herhalen, dag in dag uit, het catechismus van de religie van menselijke gelijkheid, prijzen de goden van de “Goede Oorlog”, vervloeken de verslagen duivels, en roepen op tot een jihad tegen hen die tekens vertonen van bezetenheid van de demonische geest van  het “nazisme” (die maar blijft dreigen op te rijzen uit het graf, als een niet dood te krijgen filmmonster). Werkelijk, de heilige oorlog tegen Satan-Hitler houdt nooit op.

Zoals ik hier en daar al aangaf, wordt de mythe echter wel degelijk in twijfel getrokken. Ik heb het werk genoemd van auteurs als Buchanan en Stolfi. Dan is er natuurlijk nog de onnoembare David Irving, wiens werk een onderaardse invloed heeft op andere geschiedkundigen, die hem echter niet openlijk zullen citeren (b.v. Buchanan en Stolfi). Ook wordt de mythe eindelijk hier en daar geparodieerd, soms op verrassend gewaagde wijze. Bijvoorbeeld, de vermoeiende neiging van Hollywood om altijd weer Hitler en de nazi’s als schurken voor te stellen wordt op briljante wijze geparodieerd in de Australische cultserie Danger Five [11] waar in elke aflevering een maniakale  over-acterende Hitler voorbijkomt. Dan is er nog Heil Honey, I’m Home [12], waaraan ik liever geen woorden vuil maak.

Jawel, de facade vertoont scheuren. Hiervoor zijn meerdere redenen, maar één ervan is het toegenomen bewustzijn bij veel intelligente mensen dat de mythe bestaat en met volle kracht wordt ingezet om zekere belangen te dienen. Kijk maar eens naar de commentaren op diverse sites, zoals die van de grote kranten, wanneer een of ander moralistisch artikel is gepubliceerd waarin ons weer eens onder de neus gewreven wordt dat Hitler het letterlijk vleesgeworden kwaad was. (Het hoogtepunt hiervan werd een paar jaar geleden bereikt in de morele paniek rondom “nazi koeien”: ik schreef hierover in mijn opstel “T [13]he Bulls from Brazil: Aryan Cows? [13]“).

Veel van deze verstandige mensen begrijpen hoe nauw verweven met elkaar de twee mythes zijn: de mythe van menselijke gelijkheid en de mythe van de Tweede Wereldoorlog, en hoe de laatste als knuppel wordt gebruikt om eenieder te intimideren die aan de eerste zou twijfelen. Het is daarom duidelijk dat, teneinde de mythe van gelijkheid aan te kunnen vechten – een mythe die nu dreigt de westerse wereld te vernietigen en ons volk weg te vagen – we de mythe van WO2 moeten bestrijden. We moeten brutaler worden in het stellen van vragen over elementen van de mythe. We moeten meer openlijk lachen om de letterlijke demonisering van Hitler en de nazi’s. We moeten het idee dat de geallieerden puur en vlekkeloos waren op de proef stellen (b.v., we moeten de verkrachting van talloze Duitse vrouwen en kinderen door geallieerde soldaten aan de orde stellen). We moeten met onze ogen rollen wanneer er weer eens iemand als “nazi” wordt gebrandmerkt, alleen omdat hij bij zinnen is en bereid om het beestje bij de naam te noemen. Als linksen hun nazi-bom afsteken, en hij ontploft niet meer, dan zijn ze een van hun meest machtige wapens kwijt tegen hen die het absurde dogma dat “iedereen gelijk is” ter discussie stellen.

Tot besluit wil ik zeggen dat een van de lessen hier niet is dat we alle mythes moeten afschaffen, of dat mythes slecht zijn. In het begin van mijn voordracht heb ik mythe gedefinieerd als een verhaal, tenminste deels verfraaid, waaraan mensen zingeving ontlenen voor het leven. Mythe is bijna net zo noodzakelijk voor menselijk leven als voeding en zuurstof. Wat we echter nodig hebben zijn heilzame mythes – d.w.z., gezonde. De mythe van menselijke gelijkheid is een leugen die mensen tegen het leven opzet en die hun verstand verlamt. Zijn misvormde logica dwingt mensen als ik – blanke westerlingen – onszelf en onze cultuur te verachten en vrijwillig voor vernietiging te kiezen. De mythe van WO2 bestaat, vooral, om deze leugen te ondersteunen en om te dienen, zoals ik zei, als een overweldigend wapen tegen eenieder die verboden vragen zou stellen of er verboden ideeën op na houdt. Als zodanig is het de meest destructieve mythe die ooit heeft bestaan – nou ja, naast het Christendom, waarnaar de gehele onsmakelijke gelatineuze brei van egalitaire nonsens kan worden teruggevoerd. Maar dat is een verhaal voor een andere keer.

Vrienden, we hebben nieuwe mythes nodig.